Aalders kan maar geen afscheid nemen

GOES - Ze zijn weer terug in Zeeland. Ruim een jaar geleden konden Mark Aalders en zijn vriendin Elsbeth van Oostrom de kerstspullen zo vanuit de verhuiswagen in de kamer zetten.

Ze beleefden de feestdagen net niet meer in of om Papendal, maar in hun nieuwe huis in Goes. Mark en Elsbeth hadden met de nationale rolstoelbasketbalselectie tweeënhalf jaar getraind op het sportcentrum bij Arnhem en besloten om ermee te stoppen. Mark omdat het fysiek niet meer ging. Elsbeth omdat ze door het gebruik van medicijnen niet meer door de dopingcontrole kwam. Mark speelde in het nationale mannenteam, dat grote plannen had om zich opnieuw in de Europese top te nestelen. Elsbeth speelde in het nationale vrouwenteam, dat zich voorbereidde op de Paralympics in Peking en nadien ook hoge ambities had.

Het verhaal van Mark gaat over het syndroom van Marfan, dat hem tot stoppen dwong. "Mensen met het syndroom van Marfan hebben bindweefsel dat van slecht elastiek is", legt Aalders uit. "Het rekt te makkelijk uit en komt niet terug in de oude staat." Dat probleem uit zich op allerlei manieren. Enkele van de verschijnselen kunnen zich in de ogen en de aorta voordoen. In de ogen kan de lens losraken en de aorta kan een ballon worden die groter en groter wordt. Tot hij knapt.

Aalders werd op z'n zestiende voor de eerste en (voorlopig) enige keer aan zijn aorta geopereerd. Het was de eerste klepsparende operatie in Europa. "Je kunt je voorstellen dat iemand zich met zo'n aandoening niet mag inspannen. Tegen mij hebben ze vaak gezegd dat ik door te rolstoelbasketballen met mijn leven speel. Daar heb ik lang niet naar willen luisteren. Ik was jong, had weinig te verliezen. Toen ik Elsbeth leerde kennen, was zij heel bang dat het mis zou gaan. Voor haar ben ik toen gestopt. Eén jaar hield ik het vol, maar ik was diep ongelukkig. Daarom hebben we samen besloten toch weer te beginnen. Ik moet wel regelmatig terug op controle. Dan is er altijd weer die spanning of de aorta gegroeid is, zo ja hoeveel en of er snel een operatie nodig is."

"Basketbal is m'n alles", verklaart Aalders zijn keus om zijn sport toch weer op te pakken. "Het is zo dynamisch, zo snel, zo interessant. Ik kan er alles in kwijt. Ik snap niet waarom er zo weinig aandacht voor is. Basketbal is toch veel mooier dan dikke mannen die een pijltje gooien?"

De Goesenaar is een hele goeie. In de loop der jaren kreeg hij diverse aanbiedingen uit het buitenland om prof te worden. Het is er nooit van gekomen omdat er telkens weer een blessure tussenkwam. "Het was een droom om hele dagen met rolstoelbasketbal bezig te zijn", zegt hij. "'s Morgens twee uur trainen, 's middags twee uur trainen, met eromheen een geweldig begeleidingsteam. We hadden een masseur, een conditietrainer, Toine van den Goolberg als fitnesstrainer en de beste rolstoelbasketballer ooit als trainer. Elsbeth en ik speelden in Antwerpen competitie. We werden landskampioen, speelden Europa Cup. Het was het mooiste wat er was, maar het gaat niet meer."

Zijn comeback bracht hem dus terug in het nationale team, maar had wel een prijs. Door het vele contact met de bal kregen zijn armen, polsen en vingers het zwaar te verduren. "Uit mijn gewrichten verdwijnt het kraakbeen. Mijn polsen en vingers schieten steeds sneller uit de kom. In mijn linkerpols is laatst een plaat gezet, om alles op z'n plaats te houden. Tot een paar maanden geleden kon ik de bal nog met links vangen. Dat gaat niet meer. Met links kon ik ook mijn rolstoel niet meer aandrijven. Daarom deed ik een brace om mijn pols en hand, plakte er met secondenlijm klittenband omheen en kon daardoor toch weer aardig grip krijgen op m'n wiel. Desondanks was ik de langzaamste speler van het Nederlands team. Dankzij m'n goede schot was m'n plaats bij de beste twaalf toch veilig."

Er is nog iets, dat het hem 'gemakkelijker' maakt om te stoppen. Dat is de kinderwens. Mark en Elsbeth willen graag een kleine en als die er zou komen, dan moet je je verstand gebruiken en niet meer elke dag grote risico's nemen. Het is een lastige zaak. De toekomstige ouders willen niet dat hun kind erfelijk belast is. Het is dan ook een pittige weg die bewandeld moet worden.

Aalders: "In eerste instantie vond ik dat kinderen met mijn afwijking er best mogen zijn. Maar nu besef ik dat ik het die kleine niet kan aandoen. Ik heb nog een milde vorm, maar wat als het zwaarder gehandicapt is? Pas later realiseerde ik me dat ik een groot deel van mijn jeugd verdrongen heb. Omdat het een rottijd was. Al op de basisschool moest ik veel inleveren. Lopend sporten ging niet meer. Als er ergens een tegel verkeerd lag, schoot mijn knie uit de kom. Dan liep ik weer op krukken, dan zat ik weer in een rolstoel. Daar kwam bij dat ik koppen groter was dan de rest en geen grammetje vet op m'n lichaam had. Ook symptomen van het syndroom van Marfan. Er werd uitgerekend dat ik wel 2.15 meter zou worden. Ik had al last van mijn gewrichten, dat zou mijn lichaam niet aan kunnen. Daarom kreeg ik op m'n elfde groeihormonen, zodat ik ongeveer 1.90 meter zou worden. Als bijverschijnsel werd ik snel volwassen, kreeg baardgroei, mijn hele gezicht zat onder de puistjes. Ik werd veel gepest, had diepe depressies. Toen moest ik tot overmaat van ramp ook nog naar de mytylschool. Dat vond ik verschrikkelijk. Achteraf ben ik er blij om. Op een gewone school had ik nooit mijn mavo-diploma kunnen halen, aangezien ik mijn hartoperatie in m'n examenjaar kreeg."

Nu hij terug in Zeeland is, probeert Aalders het rolstoelbasketbal daar weer op de kaart te zetten. Dat lukt goed. Het Middelburgse RBVM groeit als kool, is terug in competitie en staat op de drempel van de hoogste klasse. De club heeft zelfs een tweede team, met veel talent dat langzaam maar zeker doorstroomt richting nationale selecties. Vorig jaar vierde de club z'n 25-jarig bestaan. "Ik probeer nu ook de drempel tussen het basketbal en het rolstoelbasketbal weg te halen", vertelt Aalders. "Als je een blijvende heup-, knie - of enkelblessure hebt en het lopend niet meer gaat, waarom zou je dan niet in een rolstoel stappen? Je hoeft echt niet zwaar gehandicapt te zijn voor rolstoelbasketbal. We spelen een volwaardig, dynamisch spelletje waar je alles in kwijt kunt."

Echt afscheid heeft Aalders nog steeds niet genomen. "Ik train één keer in de week bij Arrows in Rotterdam. Ik kon het niet laten, het kriebelde verschrikkelijk. Ik wil nog één keer knallen. In maart spelen we Europa Cup in Italië. Ik heb er heel veel zin in."

Koen de Vries                                                                                                                                                                    Bron PZC.nl


Sponsors